Goed gedrag kun je leren (B6 4all)
B6-4all (basiscs for all) gaat uit van het belonen van positief gedrag. Na iedere vakantie starten we weer met de gedragslessen over o.a. het spelen op het plein. We leren het juiste gedrag aan en gaan daarna belonen op het laten zien van het goede gedrag. Ook werken we met de twee minuten-regel en vaste consequenties. Als we allemaal dezelfde taal spreken, dan is dat voorspelbaar en duidelijk!
Belonen
Wij vinden het belangrijk om leerlingen positief te stimuleren. Dit doen we door leerlingen te belonen en te complimenteren. Beloningen zullen voornamelijk bestaan uit intrinsieke beloningen (duim, ‘goed gedaan’, etc.) en daarbij ondersteund worden door extrinsieke beloningen (kaartjes, stickers, etc.). De leerkracht is vrij te kiezen welke extrinsieke beloning wordt gekozen en hoe die wordt ingezet.
Straffen
Wij gebruiken de reactieprocedure bij ongewenst gedrag. Als je een leerling aanspreekt op gedrag, toon je begrip, maar zegt daarna de afspraak die er op school geldt en laat je de leerling de afspraak herhalen (Golly & Sprague, 2009).Voorbeeld van de reactieprocedure: Tijdens een spelletjesmiddag is een leerling enthousiast om naar het volgende spelletje te gaan en rent door de school. Een leerkracht spreekt hem als volgt aan: “Ik snap dat je enthousiast bent om naar het volgende spel te gaan, maar wij lopen rustig in school. Dus wat spreken we af… ?” Leerling: “Ik loop rustig naar het spelletje toe!”. Leerkracht: “Heel goed.” Het is wel aan de leerkracht om te bepalen of deze procedure past bij de situatie.
Consequenties
Bij ernstige gedragsmisdragingen zal de procedure verkort uitgevoerd kunnen worden of direct ingegrepen worden. Om leerlingen inzicht te geven in wat er precies gebeurd, wie betrokken zijn, welke gevoelens er mee spelen en welke afspraken er gemaakt worden, vullen de leerlingen het ‘nadenk’-formulier in. Dit formulier gaat mee naar huis en moet door een ouder ondertekend worden. Na vijf formulieren binnen een maand volgt een gesprek met ouders om samen te kijken welke hulpvraag de leerling heeft. Consequenties kunnen er verschillend uitzien per leerkracht. Consequenties kunnen bestaan uit o.a. het verwijderen uit de klas of een pauze binnen blijven. De leerkracht bepaalt welke consequentie het beste past bij de ongepaste gedraging. Bij ernstige en/of herhaaldelijke overtreding wordt, tijdens een gesprek met de ouders, een incidentenrapport digitaal ingevuld.
Beschrijving : Stop, Loop, Praat en Check
Als een leerling last heeft van een ander zegt het duidelijk hoorbaar en met het hand gebaar: STOP Als de ander niet stopt, terwijl je duidelijk STOP hebt gezegd en aangegeven, LOOP je rustig weg.Als dit ook geen resultaat heeft ga je naar de pleinwacht en PRAAT je met de pleinwacht.
CHECK: De leerkracht vraagt bij stap 3 na, aan alle partijen, of het nu echt opgelost is. Zo nee, dan worden er verdere afspraken gemaakt. Zo ja, dan is het voor ons afgehandeld. Van u als ouder, verwachten wij dat u met uw kind bespreekt waarom het toch niet is opgelost en hoe het kind dit de volgende keer beter kan bespreken.
Terug doen mag niet! Dan maak je de verkeerde keuze in oplossen. Ook degene die “terug doet” krijgt met een consequentie te maken.
Als een leerling ondanks al de voorgaande maatregelen nog te vaak ongewenst gedrag laat zien, zal de leerling gebaat zijn bij extra begeleiding.